Met Van der Waal keert rijmen terug

Donderdag 26 januari 2017

Door David Levie

Rijmen mag weer.  Met dank aan de nieuwe stadsdichter Aad van der Waal. Gisteravond (25 januari) maakte de theatermaker van huis uit zijn debuut als stadspoëet. Met een publieksvriendelijk gedicht (zie onder) over het beeld de Kus bij het NS-station.

Het auditorium van CODA was weer eens volgelopen voor de jaarlijkse Gedichtendag die aan de Poëzieweek vooraf gaat. Aanvankelijk leek de avond uit te draaien op een Hanz Mirck-show. De man die al eerder zijn dichtkunsten had vertoond als stadsdichter van Arnhem en Apeldoorn nam niet alleen uitgebreid afscheid, hij presenteerde ook nog eens zijn nieuwe bundel. Mirck kan terugzien op drie jaren van stadsdichterschap en zo’n tachtig gedichten in die hoedanigheid. Hij laat ook een erfenis na in de vorm van een idee om muren van de stad met verzen te versieren. In Leiden weten ze al jaren hoe dat moet. Jasper van der Graaf, cultuurambtenaar en beeldend kunstenaar kan zich daar helemaal in vinden. Hij beloofde het publiek er werk  van te maken. Met bijdragen van Mirck’s voorgangers Willem Bierman en Ria Borkent. Gedrieën tekenden ze voor een estafettegedicht om zo hun nieuwe collega-stadsdichter, die zich vooral na de pauze manifesteerde, welkom te heten.

Van der Waal dus. Toneelschrijver, theatermaker, dichter. En ook nog eens geboren en getogen in Apeldoorn. Een kenner van de stad die al jaren, ver buiten het gezichtsveld van het culturele establishment ter plaatse de poëzie een plek gaf. In zijn theaterschool Merlijn maakte hij jongeren warm voor de dichtkunst hetgeen leidde tot boeiende theaterproducties.  Ook zocht hij  contact met lokale kunstenaars als Emiel Bruggeman. De grote schijnwerper was hem tot nu toe niet gegund, maar nu hij stadsdichter is kan cultureel Apeldoorn niet meer om hem heen.

Van CODA kan hij alle steun verwachten. CODA biedt dichters graag een podium. De bibliotheek heeft een uitgebreide collectie poëziebundels. Directeur Carin Reinders wijst daar als de gelegenheid zich voordoet met grote regelmaat op.  Al weet ze dat in dit land nagenoeg geen dichter van zijn bundels kan leven en de belangstelling van het lezende publiek beperkt is. Dankzij dichters als Mirck (hij verdient zijn boterham als leraar Nederlands op het Veluws College Walterbosch) en Van der Waal worden jongeren bereikt. En dat geeft hoop voor de toekomst. Want het auditorium mocht dan gisteravond goed gevuld zijn, de gemiddelde leeftijd was hoog. ,,Al zijn het de ouderen die van poëzie nog houden’’, sprak een dichter. En daar viel ondanks bijdragen van aanstormend talent geen speld tussen te krijgen.

Kus 1

Wie zou in roestvrij staal de liefde zoeken?
De warmte in ’t gewapende beton?
Die combinaties lijken haast te vloeken

Toch blikkeren zij in de ochtendzon
met overtuiging in volmaakte lippen
Verzoening op het plein voor ons station

Een welkomstkus waar niemand aan kan tippen?
Het onvermijdbare van een vaarwel?
Het beeld verenigt strijdige begrippen

En achter dit verheven liefdesspel
de aankomst en ’t vertrek van lange treinen
De sporen van een dichterlijk appél

En tussen mijn verschijnen en verdwijnen
de poëzie in even klare lijnen

© Aad van der Waal 

Meer lezen over cultuur

REACTIES

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!