Verlangen

Dinsdag 20 januari 2015

Door Elly Bosma

“Daar heb ik onwijs veel zin in”, klinkt een meisjesstem . Ze zit aan de tafel naast mijn tafel in een brasserie in de stad. Het is een druilerige herfst middag, kwart over vier. “Lekker veel drinken, lol maken en niet naar bed” gaat ze verder.

Ik kijk op en ik zie dat ze aan het bellen is en ongeduldig met haar vingers op de tafel trommelt. Haar been hangt over de leuning van de stoel en ze zit op haar onderrug. Als het mijn dochter zou zijn, zou ik vragen of ze wel eens last van haar rug heeft. Ik houd mijn vraag binnen, waar bemoei ik me mee? Ze is een jaar of zestien en het lijkt erop dat ze antwoorden krijgt waar ze blij van wordt. Haar gezicht straalt en ze beweegt haar been enthousiast heen en weer.

“Je kunt bij mij slapen de volgende dag, mijn ouders zijn niet thuis”, hoor ik haar zeggen. Ik denk aan mijn dochter, nog geen zestien, wel boordevol plannen en energie. Nachten doorhalen lijkt haar geweldig. Ik ben iets minder enthousiast. Al was het alleen al om het humeur van “the day after”. Hoe ouderwets kun je zijn als ouders om lichte bezwaren kenbaar te maken? Is het een eigenlijk argument of is het de moeite van het loslaten? Een vraag die me vaker bezig houdt. Een pasklaar antwoord heb ik niet. Ze onderbreekt mijn overdenkingen door haar kleding adviezen die ze luidkeels door de ruimte roept. Ik begrijp dat het vooral geen jeans moet zijn en niet teveel zwart. Het antwoord dat ze krijgt roept bij haar verontwaardiging op. “Als er iemand een kast met kleding heeft ben jij het. Ik wil graag een rokje van je lenen”. Terwijl ze luistert naar de reactie betrekt haar gezicht, ze gaat rechtop zitten en tekent op een bierviltje. Ze vindt het flauw en egoïstisch. Ze had gedacht dat ze vriendinnen waren. Ze dacht dat ze elkaars beste vriendinnen waren. Ze dacht ook dat de kleding van de ander een beetje van haar was. Nu dit blijkbaar niet zo is, weet ze niet meer of ze met deze vriendin nog wel lol kan maken. “Ik weet niet zeker of ik wel ga, ik heb veel huiswerk en nog meer dingen te doen”. De telefoon legt ze op de tafel en drinkt haar thee terwijl ze bedachtzaam kijkt. Ik wil iets tegen haar zeggen, iets aardigs, iets over ups and downs in vriendschappen. Ik wil tegen haar zeggen dat het morgen weer anders kan zijn.

Ik besluit om niets te zeggen. Ik stuur een glimlach naar haar wanneer ze mij aankijkt. Weer denk ik aan mijn dochter. Ze heeft me geleerd dat een blik of een glimlach soms beter werkt dan veel woorden. Het lukt me niet altijd om de woorden achterwege te laten, vandaag gaat het als vanzelf. Wanneer de afstand groter is,

Ze staat op, doet haar jas aan en loopt naar buiten. Ik sta op, doe mijn jas aan en loop naar buiten en bedenk me hoe ik zelf was op die leeftijd.

Het is herfst.

 

Meer lezen over cultuur

REACTIES

Dinsdag 20 januari 2015

Door Elly Bosma

© Foter / Dennis Burger

“Daar heb ik onwijs veel zin in”, klinkt een meisjesstem . Ze zit aan de tafel naast mijn tafel in een brasserie in de stad. Het is een druilerige herfst middag, kwart over vier. “Lekker veel drinken, lol maken en niet naar bed” gaat ze verder.

Ik kijk op en ik zie dat ze aan het bellen is en ongeduldig met haar vingers op de tafel trommelt. Haar been hangt over de leuning van de stoel en ze zit op haar onderrug. Als het mijn dochter zou zijn, zou ik vragen of ze wel eens last van haar rug heeft. Ik houd mijn vraag binnen, waar bemoei ik me mee? Ze is een jaar of zestien en het lijkt erop dat ze antwoorden krijgt waar ze blij van wordt. Haar gezicht straalt en ze beweegt haar been enthousiast heen en weer.

“Je kunt bij mij slapen de volgende dag, mijn ouders zijn niet thuis”, hoor ik haar zeggen. Ik denk aan mijn dochter, nog geen zestien, wel boordevol plannen en energie. Nachten doorhalen lijkt haar geweldig. Ik ben iets minder enthousiast. Al was het alleen al om het humeur van “the day after”. Hoe ouderwets kun je zijn als ouders om lichte bezwaren kenbaar te maken? Is het een eigenlijk argument of is het de moeite van het loslaten? Een vraag die me vaker bezig houdt. Een pasklaar antwoord heb ik niet. Ze onderbreekt mijn overdenkingen door haar kleding adviezen die ze luidkeels door de ruimte roept. Ik begrijp dat het vooral geen jeans moet zijn en niet teveel zwart. Het antwoord dat ze krijgt roept bij haar verontwaardiging op. “Als er iemand een kast met kleding heeft ben jij het. Ik wil graag een rokje van je lenen”. Terwijl ze luistert naar de reactie betrekt haar gezicht, ze gaat rechtop zitten en tekent op een bierviltje. Ze vindt het flauw en egoïstisch. Ze had gedacht dat ze vriendinnen waren. Ze dacht dat ze elkaars beste vriendinnen waren. Ze dacht ook dat de kleding van de ander een beetje van haar was. Nu dit blijkbaar niet zo is, weet ze niet meer of ze met deze vriendin nog wel lol kan maken. “Ik weet niet zeker of ik wel ga, ik heb veel huiswerk en nog meer dingen te doen”. De telefoon legt ze op de tafel en drinkt haar thee terwijl ze bedachtzaam kijkt. Ik wil iets tegen haar zeggen, iets aardigs, iets over ups and downs in vriendschappen. Ik wil tegen haar zeggen dat het morgen weer anders kan zijn.

Ik besluit om niets te zeggen. Ik stuur een glimlach naar haar wanneer ze mij aankijkt. Weer denk ik aan mijn dochter. Ze heeft me geleerd dat een blik of een glimlach soms beter werkt dan veel woorden. Het lukt me niet altijd om de woorden achterwege te laten, vandaag gaat het als vanzelf. Wanneer de afstand groter is,

Ze staat op, doet haar jas aan en loopt naar buiten. Ik sta op, doe mijn jas aan en loop naar buiten en bedenk me hoe ik zelf was op die leeftijd.

Het is herfst.

 

REACTIES

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!