de blauwe vinkjes

Zondag 9 november 2014

Door Stukslaan

Ik whatsapp, jij whatsappt, wij whatsappen, ik whatsappte, ik heb gewhatsappt. Een Nederlandser werkwoord bestaat er niet. De snelle inburgering van het werkwoord past bij de snelheid waarmee we ons het gebruik van het bekende appje hebben eigengemaakt. Of je nu van het ene telefoonmerk bent of het andere: iedereen heeft het. Meneer Nokia draait zich in zijn graf om. Waarvan de dinosauriër droomde maar hem nooit lukte, is een stelletje cowboys uit Silicon Valley in no-time wel gelukt: connecting people in het kwadraat.

Het zijn filosofische gedachten in de week dat de Blauwe Vinkjes hun intrede hebben gedaan. Het blijkt een uitermate gevoelig onderwerp in het gesprek met mijn drie dochters. De gemoederen lopen hoog op tijdens de maaltijd. Er blijkt zowaar een gesprek mogelijk! Ik besef dan ook dat het hier niet gaat over een klein dingetje, het gaat hier over de eerste levensbehoefte van de puber. Om het belang van Whatsapp te illustreren: een storing in dit communicatiemiddel betekent een piek in het aantal verbroken verkeringen, ruzies, vechtpartijen, zelfmoordgevallen en terroristische aanslagen. Mijn jongste dochter: ‘Dan gaan je vrienden opeens gewoon tegen je praten. Dat er een storing is, is dan wel heel duidelijk’.

Mijn meiden kunnen niet met mes en vork eten. Daarvoor moet je beschikken over twee vrije handen. Ze hebben er slechts eentje. Aan de andere hand zit namelijk hun smartphone geplakt. De vier vingers van die hand zijn niet meer functioneel, alleen de duim is hyperactief. De kin van de puber wordt 24×7 verlicht door het licht van het telefoonschermpje. Verbale communicatie met de directe omgeving bestaat slechts uit hummen en zuchten. De mond wordt alleen wat verder opengedaan als er een boer moet worden gelaten.

De communicatie met mijn meiden heeft dus, zo zou je kunnen zeggen, een enigszins eenzijdig karakter. Als je ze iets vraagt komt er niet veel terug. Wat je zegt gaat nog niet eens het ene oor in. Alle rekenkracht van het puberbrein wordt ingezet voor veel belangrijker zaken: het contact met de peers, waarvan ze zo’n 80% nog nooit in real life gezien of gesproken hebben. Ik dacht eens slim te zijn en mijn vragen via Whatsapp aan mijn dochters te stellen. Wat denk je? Zit nog op antwoord te wachten. Als ouder word je compleet geskipt!

Maar nu ik over de Blauwe Vinkjes begin komen ze los. We bespreken de verschillende scenario’s. Stel je stuurt iemand een bericht, je ziet geen vinkjes en je krijgt geen reactie. ‘Dan zit ‘ie te poepen of zo’, zegt mijn jongste dochter. En ze voegt eraan toe: ‘Dat is dan wel heel duidelijk’.
Het tweede scenario is wanneer je de vinkjes ziet en je wel een reactie krijgt. ‘Dan is er niets aan de hand’, hoor ik. Maar de oudste zegt erbij: ‘Tenzij je geokt wordt. Je moet altijd erg uitkijken met iemand die je okt’. Okken is, zo leer ik, een korte bevestigende reactie ‘Ok’. En dat kan echt niet. Het lijkt te betekenen: ik ben het met je eens, maar het betekent in werkelijkheid: dat kun je nu wel zeggen maar ik trek me geen reet aan van wat je zegt. Iemand okken is iemand diep vernederen.
Het derde scenario is wel blauwe vinkjes maar geen reactie. En daarvan liggen mijn pubers al nachten wakker. Het betekent namelijk dat de ontvanger het bericht heeft gelezen maar dus niet reageert. Het is ze van de week al een paar keer overkomen. En dat is Heel Erg Laag. Het is skippen in de ergste vorm. En nog veel erger dan okken. Een zeer dodelijk instrument.

Ik sluit de discussie af met een kennelijk heel domme vraag: ‘ Wat is er eigenlijk mis met SMS?’.
Nu is nummer twee er als de kippen bij. Met een vies gezicht zegt ze: ’SMS? SMS is voor sissies, pap. Het is zó Nokia’.
Ik begrijp dat SMS heel erg dicht in de buurt komt van de typmachine of de telefoon met krulsnoer. En dat kan natuurlijk echt niet meer. Ik probeer me uit de discussie te redden door het gespreksonderwerp te veranderen. ‘Zouden er volgende week bij de intocht ook Blauwe Pieten zijn?’, vraag ik met een gemene glimlach.
Mijn jongste dochter: ‘Nu zit je ons te fukken, pap. Dat is wel heel duidelijk’.

‘Ok’, zeg ik. Meer krijg ik er niet uit.

-jertaa

Meer lezen over stad

REACTIES

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!