Expositie Wilma Stegeman in ACEC: Kunst die schuurt en raakt
Door Kevin van Es
In het ACEC-gebouw in Apeldoorn toont Wilma Stegeman een fascinerende en uitdagende expositie die de grenzen van kunst en bewustzijn opzoekt. De tentoonstelling, opgebouwd uit zeven jaar werk, verkent thema’s als leven en dood, schoonheid en afschuw, en daagt de toeschouwer uit om na te denken over waar hun voedsel vandaan komt. “Als je een koeienkop ziet en je eet ook een hamburger, dan hoort dat bij elkaar,” vertelt Stegeman.
Reis door anatomie en emoties
Stegemans werk begon met het thema “leftovers”, geïnspireerd door haar jeugd op een boerderij. Ze groeide op met een directer begrip van leven en dood. “Als kind werd ik geconfronteerd met een koe die naar een zelfslachtende slager ging, later kwam de helft ervan terug om in de diepvries te doen. Je weet gewoon waar het vandaan komt,” legt ze uit.
Dit besef vormt de basis van haar werk, waarin ze de connectie tussen de herkomst van ons voedsel en onze consumptiepatronen zichtbaar wil maken.
Met anatomische precisie tekende ze koeienkoppen, varkenspoten en andere dierlijke restanten. Dat wat afstotelijk is kan ook een aantrekkingskracht uitoefenen. “Op een gegeven moment zag ik in een open gesneden hart een landschap,” vertelt Stegeman. Vanuit de anatomische studies zijn er vele zijwegen bewandeld: zo heeft ze haar eigen vlees geconstrueerd, landschappen van vlees getekend op groot formaat en tekeningen gemaakt waar groei en ontwikkeling centraal staan.
Kunst die niet decoratief wil zijn
Stegemans werk is allesbehalve decoratief. Ze heeft niet de intentie om te choqueren, maar schuwt confrontatie niet. Toen ze de kans kreeg om de muren van het ACEC-gebouw te beschilderen, zag ze dit als een uitgelezen mogelijkheid om een krachtig statement te maken. “Het is een soort statement expo,” zegt ze. De kleurrijke, doch rauwe schilderingen en tekeningen werken als een visueel manifest tegen de vervreemding die mensen hebben van de oorsprong van hun voedsel.
De confrontatie wordt nergens meer tastbaar dan in haar tekening van een koeienkop met een pin van de slachter erin. “Die zat er nog in toen ik hem kreeg,” legt Stegeman uit. “Het geeft een heel ander gevoel; het is niet meer een natuurlijke dood.” Hiermee hoopt ze dat mensen verder kijken dan de schok en de schoonheid in haar werk ontdekken. “In die afschuwelijkheid zit ook heel veel schoonheid.”
Vrijheid in de kunst
Een van de bijzondere aspecten van deze expositie is de vrijheid die Stegeman kreeg van Jasper van de Graaf, directeur van ACEC. “Meestal doe je mee met een expositie met één werk, misschien twee. Hier kon ik een beeld neerzetten van waar ik de afgelopen zeven jaar mee bezig ben geweest,” zegt Stegeman. Ze waardeert het vertrouwen dat haar gegeven werd, wat haar in staat stelde boven zichzelf uit te stijgen.
Blijven experimenteren
Stegemans fascinatie voor anatomie en biologie blijft haar werk beïnvloeden, hoewel het niet betekent dat ze altijd dezelfde weg volgt. Momenteel is ze bezig met een abstractere benadering, waarbij ze zich richt op structuren die lijken op celdelingen. Dit laat zien dat haar creatieve proces blijft evolueren, terwijl ze trouw blijft aan de wortels van haar thema.
Het resultaat van zeven jaar werk is een tentoonstelling die schuurt, prikkelt en intrigeert. Het is kunst die vraagt om nader onderzoek, om bewustwording en reflectie. Stegeman weet de toeschouwer te raken en tegelijkertijd te confronteren met vragen over hun eigen relatie tot de wereld om hen heen.
Het werk van Wilma is tot en met 13 oktober te zien in het ACEC-gebouw.