Marco Betman 25 jaar in dienst bij Stimenz: “Iets goeds doen voor Apeldoornse jongeren”
Door Kevin van Es
1999; het jaar waarin de eerste uitzending van de Top 2000 werd uitgezonden op de Radio 2, met Bohemian Rhapsody van Queen op nummer één, en Feyenoord voor de 14de keer in haar club bestaan kampioen van Nederland werd. Maar ook het jaar dat geboren en getogen Apeldoorner Marco Betman zijn avontuur bij het ‘Outreachend Team’ van Stimenz begon. In dit artikel, precies 25 jaar later, blikken we terug en vooruit.
De altijd vrolijke Apeldoorner zet zich sinds 1997 in als straatwerker. Voor die tijd werkte Marco met zwerfjongeren in Amsterdam: “Maar voor die tijd heb ik hier al stage gelopen. Toen droeg het de naam ‘het JAC’; Het Jongeren Advies Centrum. De oudere mensen onder ons kennen dat nog wel. Via het JIP (Jongeren Informatie Punt) kwamen we erachter dat er in Apeldoorn ook een hoop dakloze jongeren waren. Mij is gevraagd of ik met een aantal andere mensen de voorlopers van het Outreachend Team wilde opzetten, dit heb ik toen gedaan. Mijn grote droom was om het werk wat ik in Amsterdam deed in Apeldoorn te doen. Mijn toenmalige directeur vroeg of ik dit project aan de Asselsestraat wilde opzetten, daar heb ik natuurlijk ‘ja’ op gezegd.”
Inloopspreekuur
De tomeloze inzet van Marco en zijn collega’s heeft erin geresulteerd dat het Outreachend Team subsidie ontvangt vanuit de gemeente: “Op het moment dat ik hier fulltime aan de slag kon heb ik ontslag genomen in Amsterdam, ook al beviel dat werk ook bijzonder goed.” Er kwam een inloopspreekuur voor zwerfjongeren in Apeldoorn. “Ik werkte ook voor een deel op straat. We zijn heel erg gaan lobbyen bij de gemeente, met cijfers konden we aanduiden dat er toch wel een fors probleem was. De gemeente had hier toen niet zo’n duidelijk zicht op, toen alles helder was konden we met een aantal collega’s aan de slag,” vertelt Marco.
Van die ‘beginploeg’ is Marco de enige die (na al die jaren) nog over is: “Dat zegt niets over het team, haha. Mensen willen andere dingen gaan doen, mijn voormalige leidinggevende vroeg mij eens ‘wat zijn eigenlijk je ambities?” waarop ik aangaf dat ik die niet heb. Ik hoef geen manager te worden of een andere baan te hebben. Wat ik nu doe, heb ik altijd willen doen en wil ik ook mijn hele leven blijven doen.”
Een roeping
Marco omschrijft zijn baan als een roeping: “Waar het vandaan komt weet ik niet precies, maar toen ik hier stage liep, merkte ik dat ik snel aansluiting vind met jongeren die als lastig worden bestempeld. Wat ik ook altijd fijn vond was het werk op straat, ik had voordat ik hier werkte al regelmatig contact met een groepje dakloze jongeren.”
De Apeldoornse hulpverlener heeft aardig wat meegemaakt in zijn jeugd, maar dat is niet de hoofdreden dat hij dit werk doet: “Ik ben net zoals mijn moeder; sociaal en met iedereen praten.” School was niet Marco’s favoriete bezigheid, na het afronden van de LTS (Lagere technische school) is hij een sociale opleiding in Zwolle gaan doen.
Uitstap naar Rotterdam
Na een aantal jaren in Apeldoorn zocht Betman ‘meer uitdaging’: “Toen ben ik naar de Pauluskerk in Rotterdam gegaan. Dat was vroeger heel erg in het nieuws, Perron 0 in Rotterdam. Hier kwamen alle daklozen en verslaafden. Daar gebeurde het. Dat was best een pittig werkveld, je had toen ook geen ov-jaarkaart en ik had ook niet zoveel geld. Dus heb ik geregeld dat ik van de Pauluskerk twee treinkaarten per week kreeg, toen heb ik daar in een kraakpand onderdak gevonden, hier sliep ik van maandag tot donderdag.”
De Asselsestraat loopt als een rode draad door het leven van Betman: “Ik kwam hier al van jongs af aan. Vanaf mijn 15de of 16de. Je had hier allerlei belangengroepen die vergaderden, bijvoorbeeld Onafhankelijk Jong Apeldoorn, een groep jongeren die opkwam voor de belangen van de lokale jeugd. Ik dacht en hielp mee met de vergaderingen.”
Actievoeren zit er bij de fanatieke jeugdwerker wel in: “Je bent niet alleen hulpverlener, je komt ook op voor een groep jongeren die vaak geen stem hebben. We staan naast ze. Ik zie het als mijn taak om een stap extra te zetten, het gaat verder dan een ‘negen tot vijf-job’.”
A day in the life of Marco
Een dag met Marco schiet alle kanten op, toch probeert hij een gemiddelde werkdag te omschrijven: “Ik ben hier altijd vrij vroeg, tussen 07.00 en 07.30. Dan loop ik door de appjes en mails met jongeren. Heel veel gaat via de telefoon. Als mijn collega’s binnendruppelen heb ik soms een vergadering, bijvoorbeeld bij de gemeente. Daarnaast heb ik afspraken met jongeren en het outreachend werk.”
Zelf ben ik als 16-jarige hangjongere Marco ook wel eens tegengekomen in de binnenstad. Maar wat doet de Apeldoorner nu precies tijdens zijn wandelingen? “Ik laat mijn gezicht zien op plekken waar jongeren bij elkaar komen. Het grootste gedeelte van die tijd ben ik in het centrum, dit kan overal zijn’ van het Marktplein tot het Oranjepark. De jongeren lopen overal rond. We krijgen ook regelmatig tips van buitenslapers, dan ga je concreet ergens naartoe.”
Als outreachend medewerker moet je goed kunnen ouwehoeren. Als jij een jongeren ziet die jou niet kent en je gaat direct als hulpverlener aan de slag, gaat dit niet werken. Je moet aansluiting zoeken op de jeugd en niet meteen to the point komen. Zeker de jongeren in onze doelgroep hebben al zoveel hulpverleners meegemaakt. Met de juiste aanpak staan de meeste jongeren wel open voor hulp.”
Energie en uitdagingen
Wat mij het meeste energie geeft, is wanneer we een jongeren weer op de rit krijgen. Omdat ik hier al even werk kom ik regelmatig jongeren tegen die in de hulpverlening zaten en waar het nu goed mee gaat. Dat is natuurlijk supertof, om een voorbeeld te noemen; laatst liep ik ’s ochtends buiten en klopte een jongen op het raam; ‘Heeey Marco, kom je even binnen?’ Hij was dakloos, had een verslavingsprobleem en psychische uitdagingen, toen ik hem leerde kennen was hij zeer kwetsbaar. Die gast is nu getrouwd, met twee kinderen en een eigen woning. Dat is het leuke aan het werk.”
Voor de zwerfjongeren is Marco een held, maar zo voelt de hulpverlener zich zeker niet: “Ik ben niemands held. We doen het hier met zijn allen, de jongeren zijn de helden. Ga er maar aanstaan; als je dakloos bent kijkt iedereen je met de nek aan. Je komt nergens binnen en dan heb je ook nog eens een achtergrond van tientallen jaren jeugdhulpverlening, zie het dan maar eens voor elkaar om je leven weer op de rit te krijgen. Dan sta je niet 1-0, maar 10-0 achter. Toch denk ik dat bijna 95% van de zwerfjongeren die zich bij ons melden goed terechtkomen. Dat vind ik gaaf.”
De andere kant van het werken met een kwetsbare doelgroep kent Marco ook: “De grootste uitdaging is de bureaucratie en de ontwikkelingen. Het is niet dat we subsidie krijgen voor de komende 20 jaar. De registratie en alles eromheen, we steken het liefst al onze tijd in de jongeren, maar dat is niet de realiteit. Dat vind ik vervelend. Natuurlijk moet je wel de randzaken op orde hebben. Ik kan heel makkelijk de hele dag hier binnen zitten, bellen en mailen achter mijn bureau. Uiteindelijk ben je er voor de jongeren en wil je daarmee aan de gang.”