De poëzie ligt op straat, ook in Apeldoorn
Door Teun de Graaf
Vandaag start de poëzieweek en is het gedichtendag. In deze week wordt poëzie extra in de kijker gezet. Apeldoorn heeft een hoop gedichten in de publieke ruimte, die het hele jaar door te bewonderen zijn. Ken je deze al?
Momenten voor de toekomst (2002)
Wie wel eens door het Matenpark richting de Eglantier loopt, is vast langs de grote blokken van graniet gelopen. De tekst later, eens, ooit is van beeldend kunstenaar Sabine Zwikker (1968). De woorden zijn stille dromen, die in het gras zijn neergelegd. Het kunstwerk moet volgens Zwikker aanzetten tot nadenken over de toekomst. De letters zijn niet alleen een straatgedicht, maar ook nog eens handige bankjes om uit te kijken op het water bij het Violierenplein.
Tekst op een putdeksel
Op het Ibisplein vind je het gedicht Tekst op een putdeksel, geschreven door oud-stadsdichter Ria Borkent. Borkent was in de jaartallen 2012 en 2013 stadsdichter van Apeldoorn. Het gedicht is vormgegeven op, verrassing, een putdeksel en gaat onder andere over het Ibisplein.
Op een bank
Het gedicht Op een bank is te vinden aan de Bronsweg. Tussen de huizen in is een klein parkje, waar het gedicht op een steen is vormgegeven. Het gedicht is geschreven door de Apeldoornse dichter Tom van Deel, die al zijn gedichten uitbrengt als T. van Deel. De vormgeving is gedaan voor Tirza Verrips en sluit aan op het gedicht. De tekst is namelijk op een bank in het park te vinden. In het gedicht komen onder andere de metaalsoorten tin en brons voor. Deze metaalsoorten verwijzen naar de straatnamen om het parkje heen, namelijk de Tinweg en de Bronsweg. Het bankje plus het gedicht is in 2009 geplaatst.
Hier op de grond lig ik (2003)
Op dit kunstwerk vind je het gedicht ‘De ik’ van Remco Ekkers. Hij maakte dit gedicht speciaal voor beeldend kunstenaar Jan van Munster. Het is voortgekomen aan Jan van Munster’s winst van De Wilhelminaring. Bea Weuthen, business manager van Studio Jan van Munster legt uit: “De Wilhelminaring – in Nederland de hoogste onderscheiding voor beeldhouwkunst – wordt sinds 1998 om de twee jaar uitgereikt aan een Nederlandse beeldhouwer. De Stichting Wilhelminaring heeft hiermee als doel om – behalve het eren van de winnaar – de belangstelling voor de beeldhouwkunst in Nederland te stimuleren. De prijs bestaat uit een steeds wisselende en speciaal ontworpen ring, een tentoonstelling in CODA Museum en een opdracht voor de beeldhouwer om een kunstwerk te maken voor het Sprengenpark in Apeldoorn. Bij elk opgeleverde beeld is een gedicht geschreven waardoor literatuur en beeldende kunst verbonden worden. Deze vorm van kruisbestuiving is een verrijking voor zowel de beeldhouwkunst, de sieraadkunst als ook de poëzie.”
Van Munster staat bekend om zijn zogeheten ‘IK-werken’. Dit beeld, dat naast de rotonde bij de John F. Kennedylaan en Jachtlaan ligt, is een van deze ‘IK-werken’. Het beeld bestaat uit twee letters die samen het woord ‘ik’ vormen. De letters zijn gemaakt van donkergrijs graniet. Van Munsters leidend thema is energie. Graniet is van nature licht radioactief – gestolde energie als het ware. Bovendien staat de IK in zijn oeuvre voor de individuele energie, die universeel is voor elk mens. Ieder mens zegt IK, in welke taal dan ook. Op de letter K is de tekst hier op de grond lig ik gekerfd. Het straatgedicht en kunstwerk van Remco Ekkers en Jan van Munster is ook zeer geschikt als bankje om alle mooie auto’s die over de rotonde heen rijden te bewonderen.
De ik
Men zegt: ‘een illusie’, maar hier lig ik toch,
je kunt op me zitten voel maar,
hier op de grond nog niet er in en ook dan
Een harde werkelijkheid.
Wat wil ik? Nadenken over wat ik ben, was, word,
juist als ik weg ben, voorgoed
en ik hoop nog niet vergeten ben
al maakt ook dat niet veel meer uit.
Remco Ekkers
Loolaan
Op het wandelpad aan de Loolaan is op een elektriciteitskastje een gedicht geschreven, die dezelfde naam heeft als de straat zelf. Het gedicht Loolaan is geschreven door Rosa Bromet.
Hier glipt de stad tussen zichzelf door
In het kleine stadsparkje in de ‘Klimaatstraat’ is het gedicht Hier glipt de stad tussen zichzelf door te vinden. Het gedicht is geschreven door oud-stadsdichter Hanz Mirck. De tekst bedraagt ‘Hier glipt de stad tussen zichzelf door – in de lange zinnen die zij is een komma, zo haalt ze adem en ontloopt zichzelf voor even hier’ en is vormgegeven in de goot van de straat. Het is zowel vanaf de Markstraat als de Hoofdstraat te bewonderen. Mirck was stadsdichter van Apeldoorn in de periode 2014 tot 2017.
Tijdloos verlangen
Een iconisch punt aan de Deventerstraat is het brugwachtershuisje. Voor het project SPOT ON! schreef stadsdichter Herman Katemölle een gedicht over het Apeldoornse huisje. Kattemölle liet zich inspireren door de persoonlijke beleving van omwonenden en voorbijgangers van het brugwachtershuisje. Uiteindelijk kwam daar het gedicht Tijdloos verlangen uit. De regels ‘de vaart is eruit, het wachten is voorbij’ zijn in het glas van het brugwachtershuisje verwerkt. Het gehele gedicht is op het hek naast het huisje te lezen. Kattemölle is tot vandaag stadsdichter van Apeldoorn, vanavond wordt de nieuwe stadsdichter, Peter-Jan de Wilde, geïntroduceerd.