In Beeld: Gerrit Steenbergen
Door Ben Eggermont
Gerrit Steenbergen, ondernemer en al 7 jaar verbonden aan ACEC als directeur/bestuurder. ACEC staat voor Apeldoorns Centrum voor Eigentijdse Cultuur en zit aan de Museumpassage achter het CODA museum. Velen kennen hem van gezicht, maar wie is Gerrit eigenlijk?
Wat doe je precies bij ACEC?
,,Ik ben bestuurder/directeur en draag de volledige eindverantwoordelijkheid voor wat hier gebeurt in de expositieruimte beneden. In de eerste plaats moeten we exposities maken op het terrein van beeldende kunst en vormgeving op professioneel niveau. Dat is onze taak. De afspraak is dat we er 10 per jaar maken, maar daar zitten we altijd ver boven. Je let vooral op wat interessant is en wat je kunt realiseren. Daarnaast hebben we altijd geprobeerd maatschappelijk relevante activiteiten te organiseren. Dat doen we altijd met andere partijen. Denk bijvoorbeeld aan politieke partijen of aan Bouwhuis en de Meetup bijeenkomsten. Met het bedrijfsleven hebben we zelf ‘Create’ ontwikkeld. Organisaties die echt wat te melden hebben, kunnen hier terecht. Dat vinden we heel belangrijk, we staan middenin de samenleving. En op die manier trekken wij ook publiek dat zo met moderne kunst in aanraking komt. En uiteraard verhuren we onze ruimtes ook commercieel, zoals voor bedrijfsfeesten en dergelijke. Op die manier maken we geld om andere zaken te kunnen financieren. Vanaf 1 januari hebben we er ook nieuwe taken bijgekregen. Advisering over de functie van kunst in de openbare ruimte en de ontwikkeling van een programma op het terrein van kunst, groen en landschap. Ik wil mijn tijdsbesteding aan ACEC zo mogelijk beperken tot 2 dagen, zodat er nog ruimte is voor andere zaken.”
Wat is je achtergrond en opleiding?
,,Ik heb gestudeerd voor opbouwwerker, iemand die in het sociaal/pedagogisch domein werkzaam is in grootstedelijk verband. Zoals buurtwerk, bij renovaties begeleiden van bewoners als actieve partij binnen de renovatie. Ik heb dat gedaan in Apeldoorn en ook in Almelo. Op een gegeven moment had ik het wel gehad en heb ik me laten ontslaan. Er moest bezuinigd worden bij Wisselwerk, de voorloper van Stimenz. Ik zou op wachtgeld komen, maar dat is nooit gebeurd. Op dat moment kwam net ineens Gigant langs, die zaten in de problemen. Ik kende die cultuur goed en ik had verstand van alles wat met de bouwproces te maken heeft. Ze gingen verhuizen naar het Huis van de Schone Kunsten. De vraag was of ik dat tijdelijk wilde doen. Het beviel me heel goed en uiteindelijk ben ik daar gewoon gebleven. Na de nieuwbouw heb ik daar nog 5 jaar gezeten. Ik was er toen eigenlijk helemaal op uitgekeken en heb ik mijn ontslag genomen. Ik ben toen veel meer in de marktsector gaan werken. Internet kwam op, dat vond ik veel interessanter. Ik ben toen mijn eigen bedrijf begonnen. Mijn strategie was dat ik wel wisselende dingen wil doen, maar wel maximaal 2 dagen per klant. Dus minimaal 3 verschillende klanten die in ontwikkeling zijn, parttime, maar wel langdurig. Zo werk ik nog steeds, en heb meestal afspraken voor onbepaalde tijd, waar je wel snel mee kan stoppen. Zo ondersteun ik met mijn kennis en inzichten de ontwikkeling van bedrijven, met een vakterm ‘business development’. Het gaat altijd om complexe situaties, waar leiding een knelpunt is.”
Wat is je motivatie om te doen wat je doet?
,,Voor mij persoonlijk is het meest interessante als het complex en ingewikkeld is. Er moet iets te veroveren zijn, dan vind ik het leuk. Als het allemaal te gladjes gaat, dan heb ik geen interesse. Mij gaat het erom dat er iets opgelost moet worden en er moet een groeiperspectief zijn. Alles opnieuw doordenken om dat voor elkaar te krijgen. Dat vind ik leuk.”
- Geboren: 27-10-1954
- Ouders: moeder uit Gouda en vader uit Apeldoorn
- Broers-Zussen: 3 zussen
- Verliefd, verloofd, getrouwd: getrouwd
- Meest trots op: dat ik in een zeer interessante tijd leef
- Hekel aan: dommigheid door luiheid, gemakzucht
- Is gek op: vissen op forel
- Welk boek ligt er op je nachtkastje: Orhan Pamuk
- Waar mogen ze je ’s nachts voor wakker maken: liever niet, alleen om oplossingen te bedenken
- Toekomstdroom: niets specifiek
Wat is er allemaal veranderd in de cultuursector sinds de begintijd?
,,Ik zie een paar dingen; ik zie een ontzettend groot aanbod, er is veel te doen. Groei van allerlei festivals, dat is ongelofelijk. In mijn beginperiode was dat gewoon nul. In de popmuziek had je Pinkpop, dat was iets nieuws. Dat was 1 dag met 6 tot 8 optredens. Nu zijn dat overal meerdere dagen en steeds uitgebreider, gewoon gigantisch. Popmuziek volg ik wel aardig, ik denk dat er in de popmuziek een heel goed aanbod is en dan kijk ik niet alleen naar Nederland, maar wereldwijd. Vroeger moest je in de popmuziek alles zelf uitzoeken, nu kun je tenminste behoorlijk geholpen worden. Het gaat daarin best goed. Het probleem in de cultuur heeft volgens mij veel te maken verouderde instituties. Tot de Tweede Wereldoorlog gingen de kinderen gewoon doen wat de ouders ook deden, de rituelen en instituties werden gewoon overgenomen en zo bleef dat in stand. Nu zijn er door de nieuwe generaties andere vormen ontwikkeld en met succes. Oude instituties zullen langzamerhand met de oudere generaties verdwijnen of in gewijzigde vorm worden voortgezet. Bibliotheken zitten nu vol met jongeren overal in de hele wereld, hoe dat komt weet geen mens. Maar het gebeurt wel. Ze zitten er allemaal te werken en bibliotheken passen zich daarop aan. Het boeken lenen verdwijnt zo naar de achtergrond en er ontstaat zo een andere manier van dienstverlening. De jongere generatie wint aan invloed hierop. Met de schouwburgen zal dat niet zo makkelijk gaan. De diversiteit is sterk toegenomen.”
Heb je naast je werk nog andere interesses?
,,Naast het langdurig, al zo’n 40 jaar, verzamelen van beeldende kunst heb ik nog een heel andere interesse. Ik heb voor Nederlandse begrippen een vrij unieke verzameling antieke tapijten. Antiek, nomadisch textiel van een hele specifieke stam uit de omgeving van Turkmenistan. Je kunt je voorstellen wat mensen een Perzisch tapijt noemen, zo heb je ook de gebruiksvoorwerpen van dezelfde techniek die door nomaden gemaakt worden. Al die nomaden hebben allemaal eigen patronen en eigen technieken, vergelijkbaar met wat wij in de volkscultuur bijvoorbeeld hebben met Staphorst en Hindeloopen. De tapijtcultuur die je vindt vanaf de Balkan tot in China heeft overal zijn eigen patronen en symbolen. Ik heb dus een verzameling tapijten van een volk dat ongeveer uit 200.000 man bestaat. Mijn vader had een bedrijf in woninginrichting en verkocht ook tapijten. Op mijn vijftiende heb ik toen mijn eerste antieke tapijt gekocht voor 225 gulden, was toen flink veel geld voor een klein stukje vloerbedekking. Als ik iets koop kan dat tegenwoordig overal vandaan komen, het loopt nu allemaal via internet. In het begin ging ik in Nederland en in het Ruhrgebied naar veilingen. Een foto is voor mij meer dan zat om het te kunnen beoordelen. Ik kan je iets laten zien wat een vermogen kost, waarvan jij zegt ‘gooi toch weg’. Ik heb in die tijd geluk gehad, wat ik verzamel komt uit de voormalige Sovjet-Unie. Met het uiteenvallen van de unie is dat allemaal in elkaar gestort en men ging zijn privé spullen verkopen afkomstig uit bruidsschatten. Het aanbod was hoog en de prijzen laag en zo kon ik mijn verzameling uitbreiden. Nu is het aanbod heel laag. Ik moet nog wel mijn verzameling goed inventariseren. Kortgeleden is er een wetenschappelijk boek verschenen over wat ik verzamel, het kost een paar honderd euro en er zijn er maar 500 van gedrukt. Ik kon mijn exemplaar in het Duits ruilen voor een Engelse uitgave en kon ik er nog fors geld bij krijgen, maar dat heb ik niet gedaan. Ik vind Duits gewoon lekkerder lezen.”
En je hebt trouwens ook een link met Apeldoorn Direct, toch?
,,Formeel ben ik gewoon de bestuurder, er moet een juridische partij zijn die het beheert. Die de eindverantwoordelijk draagt, dat kan gewoon niet anders. Wij onderhouden de journalistieke beginselen en zijn primair niet van de inhoud.”
Hoe zou je missie en doel van Apeldoorn Direct beschrijven?
,,Dat is eigenlijk heel simpel. Onder invloed van de globalisering en internet is de lokale nieuwsvoorziening enorm verschraald. Het is ontzettend nodig dat daar lokale alternatieven voor zijn. In de praktijk is dat alleen heel moeilijk. Als je redeneert vanuit het belang van ACEC. Elke opening stond zo’n jaar of 3 á 4 geleden altijd in de Apeldoornse krant. Als we nu 2 tot 3 keer per jaar in de krant komen hebben we geluk gehad, maar dan gaat het niet over een opening, maar over bijvoorbeeld de extra uitbreiding van geld en niet over de zaken die voor ons belangrijk zijn. Wat voor ons belangrijk is dat er bij een opening mensen komen om een groter bereik te realiseren. Dat lukt wel met Apeldoorn Direct of de StedenDriehoek. De Apeldoornse krant is voor ons totaal voorbij. Daarnaast zijn er een heleboel dingen die voor de inwoners van Apeldoorn belangrijk zijn en die nu nergens meer terecht kunnen. Je moet een autonoom kanaal hebben naast Facebook en alle andere sociale media. Ik vind het belangrijk dat je als stad een goede eigen informatievoorziening hebt die ook nog transparant is, waarvan je weet wie er schrijft. De inkomsten blijven nog achter, daar moeten we met anderen echt serieus naar kijken. Met de Social Media Boost willen we bedrijven op de Apeldoorn Direct promotiemogelijkheden wijzen. Een gecoördineerde actie om een bedrijf beter te positioneren. Maar er is wel een grens aan onze mogelijkheden en dat is een zaak die aandacht vraagt.”
Zijn er nog zaken die je hebt bereikt en waar je trots op bent?
,,Ik houd niet zo van die uitdrukking. Even heel banaal gezegd: Onder mijn leiding is er nog nooit iemand failliet gegaan. Veel gewerkt waar dit soort risico’s vlak om de hoek lagen, waar heel scherp aan de wind gezeild moest worden. Ik stuur primair op geld, ik heb een vreselijke hekel aan financiële fantasten die zichzelf rijk rekenen met onhaalbare ambities. Velen leiden aan totale overschatting van de potentie wat ze binnen kunnen trekken aan geld. Dan gaan ze de kosten alvast maken en dan valt het tegen. Ik ben wel trots op mijn realisme in de bedrijfsvoering.”
Hoe zie je de toekomst van de culturele sector in Nederland?
,,Ik denk dat deze sector er best redelijk goed voorstaat, veel beter dan in heel veel andere landen. Ik geloof wel dat een aantal bestaande instituties moeten verdwijnen of omgebouwd moeten worden. Ik denk ook dat er in Nederland sprake is van culturele randstedelijke dominantie die heel slecht is voor andere delen van Nederland. Je kunt dat bijvoorbeeld zien aan de Zwarte Cross. Dat is een heel mooi voorbeeld van een andere culturele inhoud die nooit in de Randstad zou kunnen zijn ontstaan, waarover vanuit de Randstad heel badinerend wordt gesproken, alhoewel dit volstrekt misplaatst is. Televisie is nog steeds de dominante culturele kracht in Nederland. Ik was altijd een groot voorstander van de publieke omroep, het kan nu gewoon opgeheven worden. Het heeft zichzelf volkomen overleefd en achterhaald. Is ook nog volstrekt decadent in termen van geld. Het is idioot dat er in de non-profit sector meer wordt betaald dan bij Endemol, te dol voor woorden.”
Zijn er nog uitdagingen waar je nog niet aan toe gekomen bent?
,,Ik wil wel van operationeel werk meer toezicht houdend bezig zijn. Kan ik langer volhouden. Nog even nadenkend zou ik nog wel wat dingen internationaal willen doen. Ik ben met ‘Abstract wall-paintings’ samen met 5 anderen naar galeries over de hele wereld geweest. We zien serieus nog wel mogelijkheden om in die richting verder te gaan. Door de stand van de technologie hoef je ook niet meer overal heen. Je kunt Skypen en zo. Dat maakt het wel gemakkelijker.”
Waar sta je over 5 jaar?
,,Dan ben ik bijna 70 en wordt het toch allemaal anders. Wat ik eigenlijk het meeste doe, is lezen. Ik lees geen dikke boeken. Wat ik lees is internationaal nieuws en opinie, internationale kranten, dagelijks en veel. Je kunt het overal met je iPhone tussen door doen. Je hebt heel vaak 10 minuten of een kwartier waarin je alles al tot je kunt nemen. Businessnieuws en over wat er omgaat in de samenleving.”