Berends als hoeder van het debat

Dinsdag 26 juni 2018

Door Daniel van Harmelen

Pak een willekeurige nieuwjaarstoespraak van burgemeester Berends, of een speech zoals hij die hield bij het afscheid van voormalig wethouder Johan Kruithof, en je merkt dat één thema steeds weer terugkomt. Populisme, nieuwe politiek en zijn afkeer van debatten die ontaarden in een verkeer van oneliners.

,,De democratie is een geweldig systeem, Johan, maar het is een systeem dat in toenemende mate bepaald wordt door de waan van de dag”, spreekt Berends op het afscheid van wethouder Kruithof. ,,Een systeem waar degelijkheid, redelijkheid en nuance het afleggen tegen quotes van 20 seconden. Als bestuur hebben wij te dealen met deze dagkoersen.”

Het is een citaat van de burgervader, die steeds een waarschuwende toon aanhoudt wanneer hij over ‘de nieuwe politiek’ begint. In dit geval bij de PvdA-wethouder, die na de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2018 niet genoeg zetels kreeg om zijn carrière als wethouder door te zetten. Spijtig, dat een goede bestuurder niet genoeg op zijn werk beoordeeld wordt, vindt de burgemeester.

,,Zoals de wind waait, waait mijn rokje”, is de definitie die Berends geeft aan populisme. Vooral over de PVV, DENK en het FVD heeft Berends bedenkingen. Recent floot de ChristenUnie het college van B en W nog terug omdat die partijen wel erg expliciet in een ‘neutrale’ veiligheidsbrief stonden. De politiek van die drie partijen zou leiden tot polarisering onder jongeren met een migratie-achtergrond. De burgemeester zelf reageerde op de ChristenUnie met ,,de strekking klopt, hoewel de bewoording wellicht anders had gemogen. Maar het zijn geen partijen die uitblinken in nuance.”

Hij kijkt continu om zich heen in Nederland en ziet het debat veranderen. De nieuwe politiek baart hem zorgen: Die laakt elke vorm van bestuurlijke verantwoordelijkheid, en schuwt het debat, vindt hij. Zijn advies: Ga minder krampachtig met ‘de nieuwe politiek’ en populisme om.

Hand in eigen boezem

Berends spreekt uit ervaring over hoe moeilijk het kan zijn om populistische politiek tegen te komen. Als CDA-raadslid in Zwolle mocht hij de formatie leiden. Hem werd gevraagd, maar haast gesommeerd, om niet met de extreemrechtse Centrumdemocraten in gesprek te gaan over het vormen van een coalitie. Gewoon negeren, en alleen formatiegesprekken houden met de andere partijen. Dat bleek een pijnpunt voor de Centrumdemocraten.

Een foute zet

Een foute zet, zo kijkt Berends terug op die ‘cordon sanitaire’ rondom de Centrum Democraten. Hij onderschatte destijds de kracht van het debat. Door populistische partijen, en populistische politiek te erkennen en met ze in debat te gaan, erken je ook de gevoelens die bij mensen leven.

Daarnaast: Door uit te sluiten krijgen populisten een podium om te roepen dat zij oneerlijk behandeld worden. In dit geval pakten de Centrumdemocraten dat podium.

Populisme bestrijden

Spijt, dus, van hoe hij als formateur in Zwolle ooit probeerde om populisme te bedwingen. ,,Daarom had ik het ook niet erg gevonden als de PVV in Apeldoorn zou komen. Dat maakt mij niet uit. Verschillende signalen moeten binnenkomen in het debat, natuurlijk.” De manier van debatteren, dát staat hem wel tegen. ,,Door op die manier debat te voeren kom je niet tot een overeenstemming.”

Maar moet populisme dan wel bestreden worden? Berends twijfelt en zoekt rustig zijn woorden. ,,Uiteindelijk zullen we toch in een gemeenschappelijkheid naar een oplossing toe moeten werken, en als je je dan heel stellig poneert ‘ik vind dit, ik vind dat’, dan is de brug al niet meer te slaan. En de maatschappij vraagt dat wel van de politiek.”

,,Ik zou niet in een politiek systeem kunnen leven waarin op die manier bestuurd wordt”, gaat Berends verder. ,,Vandaar dat ik er zo sterk tegen ageer, want dat doe ik wel. Dat doe ik nog redelijk beschaafd, maar soms wordt wel een grens bereikt.”

Op de handen zitten

Het gesprek komt op een voorbeeld uit de landelijke politiek, en dan met name op DENK. In opdracht van die partij – hoewel daarover nog gespeculeerd wordt – zou een social-media campagne opgezet zijn waarin DENK zich voor zou doen als de PVV, met de tekst ,,Na 15 maart gaan we Nederland zuiveren”. Het kwam de partij op veel kritiek te staan. ,,Ik hou daar niet van, en dat is mijn persoonlijke mening,” reageert Berends er desgevraagd op. ,,Maar hier heb ik uiteraard geen invloed op. Zelfs lokaal bemoei ik mij niet met verkiezingscampagnes”.

Het geeft te denken hoe Berends in de ‘nieuwe politiek’ staat waar hij het zo vaak over heeft. Wat kan hij werkelijk doen? Hij wil het debat aangaan, maar kan dat als (onafhankelijke) burgemeester maar zelden. Als raadsvoorzitter mag hij het debat technisch leiden, maar niet meer dan dat. Daarnaast: wat moet een bestuurder vinden van een politiek debat?

Ik laat mij niet wegblazen

Zelf heeft hij daar wel antwoord op. Het is hoe hij gevormd is, vertelt hij. Juist mét het debat, juist door in de gaten te houden hoe het gesprek verandert en door iedereen gelijke kansen te geven in de gemeenteraad. Een reden om af te zien van vastgestelde spreektijden per fractie, of al te krampachtige systemen zoals rode en groene lampjes die aangeven wanneer de spreektijd over is. Het bewaren van een gelijk speelveld is een doel op zich.

Dat mag een stevig debat niet smoren – hard tegen hard moet kunnen – waaraan hij toevoegt: ,,Hou het wel op basis van argumenten.” En de politiek moet zich altijd bewust zijn van haar hoofdtaak: besturen.

Hoeder van waarden

,,Ik laat mij niet wegblazen,” zegt Berends zelfverzekerd. ,,Het gaat mij erom dat de normen en waarden bewaakt worden. Daarover ga ik de strijd aan”. Hij kijkt terug op de demonstratie van Pegida in januari 2016. Die stond Berends destijds toe. ,,Ik ben geen sympathisant van de ideeën, maar ik ben wél borger van de waarden van onze samenleving, waaronder de vrijheid van meningsuiting.”

 Dat geluid is er dus wel in de stad en op straat. Maar niet in de raadszaal, nee.

Een stad als Apeldoorn hoort midden in de maatschappelijke discussies te staan, wat Berends betreft. Dat mag best vaker plaatsvinden. Zo haalde hij – haast op geheel eigen initiatief – de discussie over het legaal telen van wiet naar Apeldoorn, omdat het volgens hem belangrijk is om dat debat ook in Apeldoorn te voeren, en om de problematiek rondom illegale wietteelt aan te pakken.

Voor meer debat moet je wat Berends betreft alleen niet bij de PVV, DENK of het FVD zijn. ,,Die debatteren in staccato, in oneliners. Ketelmuziek, wat mij betreft. Daar kom je niet bij de meningsvorming, wat ik wél belangrijk vind in het debat.”

Het geluid van Apeldoorn

Elf procent in Apeldoorn stemt wel ‘op ’één van deze partijen, lepelt de burgemeester op. Dat geluid is er dus wel in de stad en op straat. ,,Maar niet in de raadszaal, nee”. En als partijen zoals DENK, de FVD en de PVV zich wel melden in de Apeldoornse gemeenteraad? Dan zal de burgemeester ze ontvangen. ,,Voor het debat. Anders ben ik geen goede democraat”.

Doen ze dan mee met het debat in Apeldoorn? ,,Jawel. Niet in de raadszaal. Minder, althans. Daar is ook niks mis mee, we zijn de meest gemiddelde stad in Nederland. Maar uiteindelijk wil je een samenleving zijn. Samen, samen samen. Daar gaat het mij om, en daar stuur ik op.”

Meer lezen over stad

ONDERWERPEN

Gemeenteraad Apeldoorn

REACTIES

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!